Algemeen

Hoofdlijnen

Met deze tweede voortgangsrapportage over 2025 leggen wij verantwoording af over de uitvoering van de meerjarenbegroting 2025 - 2028  en bieden wij u als raad inzicht in de verwachte resultaten over het lopende jaar. De rapportage is tevens een belangrijk sturingsinstrument: het stelt u in staat om waar nodig bij te sturen op inhoud, tempo en middelen.

Deze voortgangsrapportage is ook de laatste rapportage in deze bestuursperiode. Eerder bent u via een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de tussentijdse evaluatie van het collegeprogramma 2022-2026.
We liggen overwegend op koers om de doelstellingen uit het coalitieakkoord en het collegeprogramma te realiseren. Een aanzienlijk deel van de resultaten verloopt conform planning en is als ‘groen’ gemarkeerd. Zoals gebruikelijk zijn er ook aandachtspunten: voor de ‘oranje’ en ‘rode’ resultaten zijn aanvullende inspanningen of bijsturing noodzakelijk. Wij hopen de resterende acties uit het programma vóór het einde van deze bestuursperiode succesvol af te ronden. Deze worden in de rapportage nader toegelicht.

In lijn met de door u vastgestelde gewijzigde financiële verordening bevat deze tweede voortgangsrapportage  geen toelichting op afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen met een effect kleiner dan € 100.000.

De financiële druk op gemeenten blijft hoog, ondanks tijdelijke verlichting vanuit het rijk tot en met 2027. Een structurele oplossing voor de problematiek die ten grondslag ligt aan de ravijnjaren ontbreekt. De compensatie voor de inflatie en financiering van jeugdzorg blijven structureel ontoereikend. Het ravijnjaar lijkt daarmee niet opgelost, maar slechts uitgesteld tot 2028. Wij blijven ons landelijk inzetten voor een stabiele en toekomstbestendige financiering, zodat onze dienstverlening en voorzieningen op peil blijven.

De schaarste waarmee gemeenten te maken hebben, gaat verder dan financiële tekorten. Internationale spanningen en geopolitieke onzekerheid zorgen voor druk op energieprijzen en grondstoffen. Hoewel de inflatie iets is afgevlakt, blijven de kosten voor bouw, energie en dienstverlening hoog. Gemeenten ondervinden structurele knelpunten op het gebied van woningbouw, stikstof, onderwijshuisvesting, opvang en netcapaciteit die landelijk moeten worden aangepakt. Zolang dit uitblijft, ondervindt de gemeente hinder bij het realiseren van haar doelstellingen. De arbeidsmarktkrapte raakt zowel gemeentelijke organisaties als maatschappelijke partners. Ondanks economische groei en meer banen, voelen veel inwoners dit nog niet in hun dagelijks leven.

De aanpak van complexe maatschappelijke vraagstukken vraagt om duidelijke landelijke regie. Die regie is echter onder druk komen te staan door de recente val van kabinet Schoof I. Het kabinet is inmiddels demissionair en de weg naar vervroegde verkiezingen is geopend. Dit betekent dat belangrijke dossiers zoals stikstof, asiel, energie, jeugd en wonen voorlopig in de wacht staan of vertraging oplopen. Gemeenten blijven daardoor opereren in een context van politieke onzekerheid, terwijl de urgentie van deze opgaven onverminderd groot is. Wij blijven als gemeente actief bijdragen aan landelijke en regionale overleggen, en zetten ons via de VNG in om onze belangen stevig te positioneren richting verkiezingen.

Ondanks deze onzekerheden blijven wij als organisatie in beweging. Zo blijven we investeren in onze interne beheersing, het versterken van onze strategische slagkracht en werken we aan een wendbare en toekomstbestendige organisatie. Dit stelt ons in staat om adequaat te reageren op nieuwe ontwikkelingen en risico’s. Tegelijkertijd hebben de regionale ontwikkelingen, waarin een mogelijke gemeentelijke herindeling met Doesburg, Duiven en Westervoort wordt verkend, impact op onze organisatie. Op termijn kan dit grote impact hebben op onze bestuurlijke inrichting, samenwerking en dienstverlening. Wij bereiden ons hierop voor, zodat als we terecht komen in een veranderend bestuurlijk landschap wij onze maatschappelijke opgaven krachtig kunnen blijven uitvoeren.

We blijven ons met volle inzet richten op het realiseren van de ambities uit het coalitieakkoord en collegeprogramma in de resterende raadsperiode. Tegelijkertijd houden we scherp zicht op externe ontwikkelingen en risico’s die onze financiële en maatschappelijke positie kunnen beïnvloeden. Uw raad speelt hierin een essentiële kaderstellende en controlerende rol.

Deze pagina is gebouwd op 09/18/2025 10:42:08 met de export van 09/18/2025 10:28:19